Piet de Jong (op de foto linksonder), 82 jaar oud en 70 jaar lid, zette zijn voetbalmemoires op papier. Een prachtig stuk Jodan Boys-historie vastgelegd.
Het moest er eens van komen om mijn tijd bij mijn club op te schrijven, misschien is het leuk voor later, op dit moment ben ik 82 jaar en 70 jaar lid.
In 1949 werd ik lid van CVV de Jodan Boys, elf jaar oud was ik. Eigenlijk een jaar te vroeg, waarom dit mocht weet ik echt niet.Toen ik de eerste keer op het veld kwam, dit was nog op de Nieuwe Vaart zag ik een speler een vrije trap nemen, Wim Revet was zijn naam. Vanaf 30 meter afstand loepzuiver in de zes, tot mijn verbazing presteerde hij dit even later nog een keer. Dat wil ik ook dacht ik dus trainen, trainen en nog eens trainen. Later is mij dit dus ook gelukt, kom ik later op terug.
Het was 1953, 15 jaar oud mocht ik als invaller met het eerste mee, Nico van de Fliert viel uit met een knieblessure. Dus moest ik invallen zo klein als ik was, het veld in, geloof het of niet maar na een passeerbeweging, 25 meter van het doel een voorzet en bij de tweede paal in het doel de winnende goal, we wonnen met 2-1!
Toen ik een jaar later 16 jaar was had ik een vaste plaats in het eerste, rechtsbinnen heette het toen samen met Piet van Mullem, Aart de Jong, de vader van Addy (nu vaak grensrechter), Nico van de Fliert, meneer Chris Boot en meneer Jo van Dijk, zo sprak ik deze medespelers toen aan, vormde wij de voorhoede. Een systeem hadden wij niet, veel mannetjes passeren en doelpunten maken.
Onze trainer was Cees Ottevanger, die had bij vv Gouda heel lang in het eerste gespeeld. Ik heb veel van hem geleerd; vooral veel passeren, iedere wedstrijd was zijn tactiek: de bal afgeven naar een andere speler. Dat deden Piet van Mullem en ik dus niet want wij wilden zoveel mogelijk zelf een man passeren en scoren. Wij waren nog heel erg jong vergeleken bij de andere spelers o.a. Dirk van Leeuwen, de vader van Tonny (de keeper van het nederlands elftal die veel te jong is gestorven).
Dirk was 40, Cris Pol 30 jaar, Cees van Leeuwen idem en natuurlijk onze komiek Martin van Leeuwen een jaar of 25, niet te vergeten Wim van Oel later aanvoerder.
Na 3 wedstrijden mochten wij ze aanspreken met hun bijnaan of met de voornaam wat een tijd was dat. Die jaren speelde we in de 3e en 4e klasse, de tweede klasse bestond toen nog niet, daar kom ik later op terug. Trainen deden wij eenmaal per week op een koolas veldje voor de bar, bij de Nieuwe Vaart 20 bij 25 meter, touwtjespringen en vooral veel diepe kniebuigingen maken 50 tot 70 keer, tureluurs werd je ervan. 20 rondjes om het hoofdveld heen en als de trainer dan dacht dat wij moe waren deden Piet en ik nog 2 rondjes extra. Maar zo kregen we een uitstekende conditie. De meeste hekel hadden wij als het koolasveld bevroren was, trainer Ottevanger liet ons dan langs de gouwe naar Waddinxveen lopen en daarna nog even door het park, diverse spelers stonden bij terugkomst te kotsen zo kapot waren zij dan.
Ik heb veel spelers zien komen en gaan toen ik in het eerste speelde, te veel om op te noemen. Maar er zijn er enkele, Ja dat moet gewoon. O.a. Wim Kraayeveld bijnaam Ollie, hij kon alles met een bal; inzicht, een schitterende steekbal altijd op maat, alleen hij had geen snelheid. Ik noem hem het eerst omdat ik later na mijn actieve loopbaan in het eerste, nog een jaar leider ben geweest van het tweede team. In een uitwedstrijd kreeg ik een telefoontje uit Gouda dat Ollie een hartinfarct had gekregen op het tweede veld, in de rust kon ik dat niet aan de spelers vertellen, maar na de wedstrijd moest ik dat toch mededelen, ik zie nog het gezicht van Gert Hoogendoorn, ik zal het nooit vergeten. Wat een verdriet.
Iets wat je alleen maar bij de JB mee kan maken: we gingen met een bus naar Leiden, bij een brug stopte de bus, hij ging niet verder en goede raad was duur. Onze aanvoerder Wim van Oel stuurde ons naar buiten en wij allemaal duwen naar boven met het gevaarte, toen de bus de hoogte afging sloeg hij weer aan, daarna snel in de bus omkleden. We waren precies op tijd en wonnen nog ook van van Wijk beddenfabriek. Over voorbereiding gesproken.
In 1961 ben ik getrouwd met Gre, nog steeds gelukkig! Het was op een dinsdag, maar niks geen huwelijksreis want op donderdag moest er weer getraind worden en zaterdag thuis tegen Melissant. Ik maakte de eerste 2 doelpunten van af…… ja hoor net als Wim Revet…. 30 meter stijf onder de lat. Het trainen waar ik het in het begin over had heeft toch succes gehad, we wonnen met 7-1, thuis. Uit verloren we met 7-2, onze keeper Dick Bloot stond linksbuiten en de keeper van het 2e stond op doel, dit was een serieuze opstelling van de elftalcommissie met de legendarische Kees Slooten. Wij moesten spelen, en lach niet, in een 5-2 formatie, wat dat was wist Kees zelf ook niet. Die uitwedstrijd gingen we om 9.00 uur weg. Verzamelen bij onze penningmeester tevens hoofdsponsor in de Boelekade. Hij was broodbakker en tijdens de rit een dichte mist en uren vertraging. Over de bruggen naar Zeeland kon toen nog niet dus moesten we varen over het Zijpe. Ook nog dik verloren en om ongeveer 12 uur ’s nachts weer thuis; leuke wedstrijd……. Vlak voor mijn militaire diensttijd kreeg ik mijn eerste meniscusoperatie Ik werd geopereerd door dr. Schorel, de beste specialist van Nederland. Mijn herstel was zeer voorspoedig want na 6 weken trainen speelde ik weer in het eerste.
Bij de wedstrijden kwam ik altijd het laatste het veld op, vlak achter Jan Baas onze laatste verdediger, 1 meter 90 lang en ik 1 meter 64. De tegenstander dacht dan dat kleintje kan er niets van. Mis! Ton de Kwaadsteniet was onze vaste grensrechter, ik kreeg altijd een tik met zijn vlag voordat ik het veld op ging, over bijgeloof gesproken. Helaas zijn de meeste spelers uit de jaren 50-60-70- er niet meer, we hebben nog een aantal jaren een reünie gehouden. Ik sta nu nog bij de thuiswedstrijden langs het veld met Piet Scharloo, Cor Vos en Jan van Houten.
Mijn mooiste wedstrijd en het mooiste doelpunt heb ik gespeeld en gemaakt tegen Noordwijk, een beslissing wedstrijd voor promotie naar de 2e klasse, toen het hoogste in het zaterdag voetbal, zoals nu de topklasse, die werd gespeeld in het Quick Boys stadion in Katwijk. Tijden de 2e helft kreeg ik van Jo van Dijk een loepzuivere voorzet op ongeveer 30 meter afstand van het doel, na een schijnbeweging, de bal dood in de lucht aan mijn voeten, en weer net als Wim Revet mijn grote voorbeeld de bal in de zes, we wonnen met 3-0 en promoveerde naar de hoogste klasse in het zaterdagvoetbal, Piet Van Mullem en Chiel Donk, de vader van Wijnand maakte de andere doelpunten. Met de bus naar het stadhuis in Gouda en ‘s avonds een receptie in gebouw de Haven. Daar kregen we voor onze prestatie van de voorzitter een elftalfoto en een pakje Arsenal sigaretten ik geloof dat er niemand toen rookte, om 12 uur was het feest afgelopen want het was zondag.
Mijn gevoel met Piet van Mullem was op het veld een twee-eenheid, wij voelden elkaar blindelings aan, als ik de bal had wist hij al wat ik ging doen. Menig doelpunt hebben wij zo gemaakt, we waren gek van het spelletje. Allebei waren we balverliefd en menig keer gaven we de bal ook niet af omdat we nog een mannetje wilde passeren, dit tot ergernis van andere spelers. Wij trainden samen op woendagmiddag op het veld op hoekschoppen ik plaatste de bal ter hoogte van de penaltystip op de juiste hoogte, Piet kopte dan keihard op doel en tijdens een wedstrijd maakte hij zo 2 doelpunten, niemand begreep waarom wij uit ons dak gingen. Tijdens de receptie van Piet zijn huwelijk was uiteraard de dominee aanwezig en tot mijn verbazing zat daarnaast Dennis Nevil de trainer van Sparta, een zondagclub. Piet vertelde toen tegen mij dat hij een profcontract getekend had bij Sparta. Ik was laaiend, hij liet ons zijn voetbalvrienden in de steek, later hebben wij het uitgepraat.
De teambuilding bestond toen o.a. uit het volgende, eenmaal in de maand gingen we met het eerste elftal klaverjassen bij Wim van Oel onze aanvoerder, hij woonde op de markt naast de Zalm. Als we nog geld hadden een ijsje eten bij Thalia de ijssalon. Toon de Frankrijker, Erelid en 65 jaar voetbalde nog, nou ja hij stond in het veld in het 13elftal, kreeg tijdens een wedstrijd een waarschuwing. Wij maakte hem zo gek dat hij bij het bestuur van de afd, Gouda moest komen voor een schorsing, in een restaurant op de Blekersingel. Toon, zo zenuwachtig als een klein kind er naar toe, daar aangekomen was de bestuursvergadering op dinsdag dus hij kwam voor niets en hij was verschrikkelijk kwaad, vooral op Martin van Leeuwen zijn boezemvriend. Alles was maar een geintje.
Mijn tijd met Joop Alphenaar was een schitterende tijd, ik hoefde maar een steekpas te geven en Joop passeerde zijn mannetje en weer een doelpunt, er was niemand in de club die zo hard en zuiver kon schieten als Joop. In een jaar had Joop 29 doelpunten gemaakt. De laatste wedstrijd van het seizoen nog vijf minuten te spelen en ik kreeg de bal, Joop stond echt helemaal vrij voor het doel en kon zijn 30ste doelpunt maken, maar ik kon het niet laten er stonden nog 2 tegenstanders voor mij ik passeerde ze en maakte zelf Joop zijn 30ste. Hij kan er nog kwaad om worden. Veel later heeft hij mij geholpen bij de pupillentrainingen, een gouwe gozer.
Ik wil nog even terugkomen op mijn juniorentijd vergelijken met nu, we speelde met B1 bij Donk, dat was de eerste club met een warme douche in Gouda. Onze leider was meneer Gerrit van Lokum en als wij wonnen kregen we een dubbeltje om warm te douchen. Als dank kwamen wij de volgende wedstrijd allemaal met een stropdas het veld op. Op de fiets gingen we bij uit-wedstrijden naar Capelle of Bodegraven. Een wedstrijd heb ik meegedaan met A1 tegen ONA, we verloren met 24-1, die ene maakte ik en een week daarna moest ik naar het eerste, 15 jaar als B-junior samen met Piet van Mullem en Nico van de Fliert, dat zou nu niet meer kunnen.
De identiteit van JB toen. Op zondagmiddag gingen een aantal spelers bij Dhr. IJsseldijk de voorzitter van JB bij de piano liederen zingen, Ton en Jo met hun vrouwen Wil en Tonny waren daarbij, daarna het clublied: Jodan Boys- Jodan Boys club van vuur en spel – wij zijn met z’n allen een – en een voor allemaal-, op de muziek van jingles bell. De schouwburg werd afgehuurd, door diverse leden werden dan toneelstukjes op gevoerd. O.a. door Martin van Leeuwen en Piet van de Berg, de Komiek van Gouda. Daarna naar Kunstmin daar was muziek, niemand minder dan de Drifting Five, dat was Lee Towers’ eerste band, 2 jaar was hij aanwezig, daarna dansen tot 12 uur, weer de Zondag! Nu is het veel leuker.
Als vrijwilliger hielpen mijn vrouw Gre en Toos van Vliet zaterdags achter de bar, Leo Radder had daar de leiding, Gerrit van Vliet en ik moesten dan een wit jasje aan en de andere medewerkers een wit schort met embleem. Uit de fooienpot en een donatie van het bestuur regelde Leo een bus, en alle barhelpers gingen naar Carre naar Toon Hermans, na afloop in Wienerwald een restaurant voor een kopje koffie, we hoefde niets te betalen maar moesten voor 12 uur thuis zijn, Zondag.
Er kwamen andere tijden aan. Tijdens een algemene jaarvergadering kwamen er stemmen uit de vereniging, dat we wel op hoger niveau wilden spelen. We moesten een vergoeding aan spelers gaan betalen, ik was daar fel op tegen, er zijn zoveel mensen die iets voor de club doen voor niets, ik heb ook als een van de weinigen tegen gestemd. Ik vind nog steeds dat wij met onze eigen leden een team kunnen samenstellen dat in de eerste klas kan spelen, dan maar een klas lager dan nu. Maar nu spelen we hoofdklasse en draaien aardig mee, het spel is veel sneller geworden, met en daar ben ik best trots op een flink aantal spelers uit de eigen opleiding en zelfs nog spelers die ik zelf getraind heb in de jeugd.
Voor mijn werkzaamheden ben ik gestopt met selectievoetbal, 14 jaar in het eerste is ook mooi genoeg. Nog een jaar leider bij het tweede en toen in het 6 en 9 elftal, ik heb nog nooit zoveel schoppen gehad maar verschrikkelijk veel plezier. Wij speelden met inmiddels ex-talenten die allen in een hoger team gevoetbald hadden, de namen ga ik niet vermelden anders denken ze nog dat ze goed waren nou eentje dan, Gijs Boegheim, kwam bij ONA vandaan eerst nog in het eerste maar toen in het befaamde 9 elftal. De geschiedenis herhaalde zich hij liep altijd vrij, verdedigen wist hij niet wat het was, maar weer kon ik dat steekpasje geven en hij maakte dat jaar 60 doelpunten, we werden ongeslagen kampioen. Onze aanvoerder Leo Radder kreeg het idee om met rugnummers te gaan spelen en met witte kousen net als toen Real Madrid. We moesten bij het bestuur komen want, die witte kousen mocht niet. Als kleine kinderen protesteerde wij maar het moest wel anders werd het hele team geschorst.
Jeugdtrainer, Leider en pupillentrainer, dat gaat bij JB vanzelf.
Toen ik 18 jaar was vroeg de inmiddels bekende Ollie of ik hem wilde helpen met trainen van de jeugd in de zaal, Het was maar 1 avond in de week en dat was in het gymlokaal van de Westerschool. Ik zei ja en stel je nu eens voor in een klein zaaltje met 30 jongens van 12 jaar en EEN plastic rode bal, er was volgens het bestuur geen geld voor ballen. Wat deed Ollie toen, hij kocht zelf 10000 balpennen en maakte er een wedstrijd van, wie van de junioren de meeste pennen verkocht, die kreeg de hoofdprijs en raad maar wie er won, uiteraard de kinderen van Kees Blok als groot verkoper; Ard en Remco, toen moesten ze alles al winnen en gelukkig voor onze club is dat nog steeds niet veranderd. Maar wat gebeurde er niet te geloven; het bestuur vond dat het bij elkaar verdiende geld afgedragen moest worden aan het bestuur. Dat ging dus niet door en Ollie kocht 20 goede trainingsballen. Nu kom ik nog wel eens een speler van toen tegen die zegt: betaalde spelers? Weet je nog van die rode bal in de Westerschool?
Op een geven moment kwam er een heel klein mannetje binnen, zijn naam is nu bij alle leden bekend, Keessie Rietveld. Toen al zeer technisch en ik vind nu de man met de meeste tactische kennis in onze club. Die nu samen met mijn zoon bij de VTC veel te regelen hebben Na mijn diensttijd ging ik weer junioren trainen haalde een jeugd- trainersdiploma in Rotterdam bij Muhren, toen de keeper bij Sparta. Bij de diplomauitreiking bleek dat Ton de Jong van Gouda en ik de beste cijfers hadden van onze afdeling. Onze voorzitter, de Heer de Weger was zo trots als een pauw, want wij waren de twee boertjes uit Gouda. Verschillend trainers zijn bij onze jeugd geweest. De eerste was ene Stuurman uit Groot Ammers, hij zat nog op CIOS en kon alleen dinsdag en donderdag maar niet op zaterdag, dat was niet erg want dat deden onze eigen juniorenleiders wel. Cor Breedijk uit Moordrecht een pure techniek trainer heerlijk om erbij te hebben. Onze eigen Chris Boot waar ik dus zelf nog mee in het eerste speelde, Teun Baas en natuurlijk Leo Vugts die vertegenwoordiger was in chocolade van het merk Lindt. Hij moest veel naar avonddemonstraties, dat vonden wij niet erg want samen met Gerrit van Vliet en Leo Radder name wij de trainingen over en daarvoor kregen wij dan zakken vol met die heerlijke chocolade; onze vrouwen waren er gek op.
Met Gerrit van Vliet heb ik een aantal jaren een D team gehad, eerst D2 maar dat werd dan later B2 en B1. Daar werden we dan ook kampioen mee. In die teams zaten een aantal goede talenten en in de loop der jaren zijn daar 10 of meer in het eerste gaan spelen. Daar ik gek was van een goede techniek heb ik ze dus veel kunnen leren. Een paar namen, in willekeurige volgorde Arjen de Bruin. Edwin de Frankrijker, Gerrit de Jong mijn eigen zoon, Hugo Vink, Jan Willem van de Wolff, Jeroen de Knegt, Johan van Herk – tijdens de wedstrijd kreeg hij een pufje tegen allergie, en natuurlijk Peter Vergeer maar die kon ik niet veel meer leren die kon alles al, dacht hij. Hij had ver kunnen komen in het voetbal maar het is er niet van gekomen helaas. Zijn moeder was zijn grootste fan langs de lijn en Mike van Vliet.
Nu kom ik bij mijn grootste talent, Ard Keus ook wel Speedie Konzalis genoemd, snelheid en inzicht en een keihard schot. Bovendien eigenwijs maar dat mocht van mij, maar hij mocht passeren zo veel hij wilde maar als dat niet lukte en er niet meer achteraan ging om de bal weer te veroveren werd er al snel een wissel toegepast. Hij nam erg veel van ons aan en is een vaste kracht van het eerste geworden. Nu trainer bij de vrouwen. Tijdens een wedstrijd kwam er een toeschouwer naar mij toe en vroeg: Wie is die buitenspeler, die meneer zit nu bij een praat programma op tv, dat is Ard Keus was mijn antwoord en als u wat wil weten moet u contact op nemen met het bestuur. Een scout dus, maar zijn moeder staat daar aan de kant stel uw vragen maar aan haar. Binnen 5 minuten was hij terug. Die speler gaat op zondag 2 keer naar de kerk en mag absoluut niet op zondag voetballen, maar dat wist ik ook wel, zo zijn er natuurlijk diverse spelers bij JB blijven spelen waar wij erg blij mee waren.
Discipline stond bij mij hoog in het vaandel, kleding aan de haak en tassen onder de bank, kleedkamer corvee. Met een team hebben we een kleedkamer verbouwd tot jeugdhonk. Een van de spelers zijn vader zat bij de motorpolitie. Hij reed bij een uitwedstrijd voor onze auto’s uit en begeleide ons buiten de stad. Naar Floriant in Boskoop was die wedstrijd en als we wonnen werden we kampioen en dat werden we natuurlijk. Ik ben er trots op om te kunnen constateren dat een flink aantal spelers die ik heb mogen trainen nu een functie hebben als trainer, bij de junioren, vrouwen, senioren, en in het bestuur zitten.
Toen kwam de pupillentijd. Ik ging met de VUT en mijn kleinzoon Dennis ging voetballen bij de pupillen, daar was Teun Baas trainer en ja, het gebeurde weer, wil je mij komen helpen? Ik kon natuurlijk geen nee zeggen en een jaar later stond ik 2 middagen in de week weer op het veld plus de zaterdagmorgen bij F1. Samen met Toos Kamp, zij was een heel goede en fanatieke korfbalster die mij 10 jaar heeft geholpen, dat deed zij op een bijzondere wijze, Toos kon van een zielig huilerig pupilletje een mensje maken dat plezier kreeg en zelfverzekerder werd. De opleidingen bij JB gingen met sprongen vooruit ook dankzij Ard Blok en er kwam een hoofd jeugdopleidingen. Alles wat ik maar wilde voor het trainen kreeg ik, ieder speler had een bal bij de oefeningen en ik dacht nog weleens aan die rode bal samen met Ollie in de Westerschool.
In 2005 kwam bij mij op dat er meer contact moest zijn met de spelers van het eerste en ik kwam op het idee om de spelers van de selectie de pupillen te laten trainen. De PATAT training was geboren, eenmaal in het jaar een training laten verzorgen door spelers van de selectie. De hoofdtrainer Willem den Beste vond het fantastisch! 14 speler op het veld met 85 tot 100 pupillen, eerst oefeningen die ik zelf uitgezet had op het veld en daarna een partijtje, Anton van de Stok gaf mij de raad om met twee ballen te spelen. De selectiespelers vinden het nog steeds leuker dan de pupillen. Daarna met zijn allen patat eten.
Diverse leiders heb ik gehad bij de teams. Bij F1 had ik Rick Tiemens, een perfecte vent. Hij probeerde de jongens ook een juiste mentaliteit bij te brengen voor later in de maatschappij, Er waren best eens probleem jongens bij maar met onze ervaring is dat bijna allemaal goed gekomen en als er dan zomaar een schitterende auto naast je stopt en er stapt een volwassen man uit die zegt trainer Piet ik heb hem eerlijk verdiend en ben goed terecht gekomen, dan mag je best trots zijn. Ieder jaar stonden er in de Maand Mei 45 nieuwe spelertjes op het veld. Soms met voetbalschoen twee maten te groot die waren van hun oudere broertje, ik ging dan naar de pupillencommissie en bij de gevonden voorwerpen lag er altijd wel een passend paar. Aan de pupillencommissie had ik voetbaltechnisch niet zoveel maar ik heb nog steeds heel veel waardering voor het werk wat zij deden, onder leiding van Han Heerkens. Allemaal nieuwe talenten ja dat dachten de ouders, ik heb menigmaal een vader naar huis zien bellen met de mededeling naar zijn vrouw, onze zoon of dochter is al gescout, alleen maar omdat zijn naam genoemd werd. Na de tweede training in mei stonden er heren langs de lijn uit Amsterdam Rotterdam of Den Haag naar jongentjes te kijken van 7 jaar oud, waar zijn we mee bezig? Af en toe was er toch een echt talent bij. Ik adviseerde de ouders dan als zij vroegen wat moet ik nu doen? Hij kan naar Feyenoord. Mijn advies was dan wacht nog maar 1 jaar, gelukkig gaat het tegenwoordig allemaal via het bestuur. Mijn ervaring met buitenlands ouders is allen maar positief, er waren zelf moeders die bij uitwedstrijden met hun auto reden en als ik ze op het veld zie begroeten ze mij nog steeds heel hartelijk.
Dan was er ook nog de afdeling vrouwenvoetbal, daar moest ik in eerste instantie niets van hebben maar ja, toen was daar ineens mijn kleindochter die ging ook naar het edele spelletje dus Opa ging kijken en tot mijn verbazing het was nog leuk ook. Het zat echt in de Genen en weldra zat ze bij een selectie van de KNVB en ik trots als een Pauw natuurlijk. Fanatiek als ze was en met veel trainen speelde zij al snel in dames 1. En ja, Gerrit haar vader en mijn zoon had inmiddels zijn KNVB trainersdiploma gehaald en werd na een paar jaar de junioren te hebben getraind, hoofdtrainer bij de dames samen met Jeroen de Knegt. Dat betekende dat ik van af 8:15uur op de zaterdag eerst bij de pupillen, daarna nog een junioren elftal, het eerste selectieteam, en als laatste dames EEN ging bekijken. Het was erg leuk maar het werd een beetje veel van het goede. Ik was inmiddels 78 jaar geworden en in overleg met Gre en mijn zoon ben ik gestopt.
Ik ga er nu mee stoppen, er is nog veel meer te vertellen maar het is genoeg zo. Ik heb nergens spijt van en heb geprobeerd mijn kennis op voetbalgebied op de juiste wijze over te brengen zodat de kinderen zich later met een juiste mentaliteit kunnen handhaven. Maar om te kunnen presteren en willen winnen moet je altijd blijven trainen. Het liefste zou ik nog een bal van 30 meter in de zes willen knallen. Zoals vroeger. Helaas dat is over, het was een mooie tijd.
Ik eindig met de spreuk van vroeger:
KOP OP EN MOEDIG VOORWAARTS EN WINNEN !!!
Piet de Jong.