De voetbaltechnische commissie wil u als leden informeren over het eten en drinken voor/tijdens en na wedstrijden en trainingen. We beseffen ons dat het veel informatie betreft maar het kan mogelijk wel bijdragen in het beter voorbereid sporten van u of uw kind.
1. VOETBAL & DRINKEN
Het lichaam bestaat voor ongeveer 60% uit water; het hoofdbestanddeel van bloed en ander lichaamsvocht. Het is een transportmiddel voor voedingsstoffen en afvalstoffen, maar zorgt ook voor de temperatuurregulatie van het lichaam. Voor goede prestaties moet de vochtbalans zowel voor, tijdens, als na het voetballen in evenwicht worden gehouden.
Blijven drinken is essentieel
Tijdens het voetballen produceert het lichaam meer warmte. Om te voorkomen dat de lichaamstemperatuur daardoor te veel stijgt, verdampt het lichaam extra vocht door te transpireren. Door de lichamelijke activiteit versnelt ook de stofwisseling. De extra afvalstoffen die daardoor ontstaan verlaten het lichaam via de urine. Ook hiervoor is extra vocht nodig.
Al bij een vochtverlies van 1% van het lichaamsgewicht wordt de stofwisseling negatief beïnvloed en verminderen de prestaties. Als het lichaam behoefte heeft aan vocht, ontstaat een dorstgevoel. Dit ontstaat echter pas bij een vochtverlies van 2%. Bij het sporten/voetballen is het daarom belangrijk te drinken voordat een dorstgevoel ontstaat. Bij duurinspanningen van een uur of langer is ½ – 1 liter vocht per uur aan te raden, zeker bij warm weer.
Water vs sportdrankjes
Vocht is erg belangrijk in de sport. Een tekort aan vocht zorgt ervoor dat de spieren minder functioneren en het is zelfs in verband gebracht met krampen in de spieren. WATER is een prima dorstlesser en voorkomer van kramp. Er zijn ook verschillende soorten sportdranken op de markt. Hieronder volgt een korte beschrijving over wat de verschillende sportdranken doen en wat het nut hiervan is vòòr, na en tijdens de training.
De hypotone en isotone drankjes worden snel door het lichaam opgenomen, maar zijn niet verrijkt met bijvoorbeeld suikers (dit worden ook wel de ‘dorstlessers’ genoemd). De hypertone drank daarentegen wordt langzaam opgenomen, maar kan wel verrijkt worden (dit wordt ook wel een ‘energiedrankje’ genoemd).
Soorten drankjes
VOOR & TIJDENS SPORTEN;
Hypotone drankjes: water, sportwater
Isotone drankjes: AA isotone, Aquarius, Extran dorstlesser, Isostar
NA SPORTEN
Hypertone drankjes: Carbo Power, ACE multivitaminedrank, Whey Amino Drink, Fatburner drink, Red Force, Extran Energy, AA high energy, AA multi-nine, Dextro Ener
Sportdrankjes vòòr het sporten
2 uur voor het sporten is het aan te raden om veel vocht op te nemen (1/2 tot 1 liter). Het lichaam moet tijdens het sporten vrij zijn van vloeistoffen en/of vast voedsel in de maag. Het is daarom ook aan te raden om hypotone en/of isotone dranken te nuttigen (zoals water of de speciale isotone sportdrankjes: dorstlessers). Net voordat er wordt begonnen met sporten is het aan te raden om nog 2 kopjes extra water te drinken.
Het gebruik van hypertone drankjes vòòr het sporten wordt afgeraden (hierdoor moet de maag gaan werken om de vloeistof uit de maag te krijgen terwijl de maagfunctie juist op een laag pitje gezet moet worden).
Sportdrankjes tijdens het sporten
Zoals eerder is vermeld, is het niet aan te raden om hypertone drankjes te nemen vòòr het sporten. Door het drinken van deze drankjes moet de maag gaan werken om het vocht naar de andere kant te krijgen. Dit is natuurlijk niet de bedoeling als er ook gesport gaat worden. Bovenstaande situaties kunnen dus niet gelijktijdig plaatsvinden; het is of het ene of het andere. Als het spierstelsel werkt dan wordt het darmstelsel ‘uitgeschakeld’ en vice versa. De gouden regel is dat je pas na 1 uur intensief sporten deze extra suikers nodig hebt (met de nadruk op intensief; rustige fitness van anderhalf uur zonder al te veel inspanning is niet intensief te noemen). Het gebruik van hypertone drankjes tijdens het sporten wordt dus afgeraden.
Sportdrankjes na het sporten
Na het sporten (zeker na intensief sporten waarbij de glycogeenvoorraden -energievoorraden- in de spieren zijn uitgeput) is het van uitermate groot belang om koolhydraten/suikers in te nemen. De optimale tijd om deze uitgeputte voorraden weer aan te vullen is binnen 2 uur. Het innemen van hypertone sportdrankjes kan hierbij van grote waarde zijn, omdat hierin veel complexe en minder-complexe koolhydraten zitten, die het lichaam op dat moment hard nodig heeft. Ook het eten van brood en/of pasta na de training is een goede vervanging, maar vloeibare koolhydraten worden sneller opgenomen.
Om het verhaal een ondersteuning uit de praktijk mee te geven: de gangbare drankjes van de AA (een hypertone drankje) heten niet voor niets After Activity drinks. Hypertone sportdrankjes moeten alleen na de activiteit genomen worden, anders gaan ze alleen maar in de weg zitten.
2. VOETBAL & ETEN
Voor recreatiesporters is een goed samengestelde voeding volgens de Schijf van Vijf voldoende. Een goede voeding zorgt voor voldoende energie, helpt je beter te presteren en zorgt voor een sneller herstel. Alleen bij intensieve vormen van sport kan extra voeding of een speciale samenstelling van de voeding noodzakelijk zijn. Voor sporters die minimaal 3 maal per week trainen gedurende 1-2 uur kan een persoonlijk advies van de (sport)diëtist zinvol zijn.
Voor elke inspanning geven eten en drinken de nodige energie. Die energie wordt vooral gehaald uit de verbranding van de koolhydraten en vetten uit de voeding. Hoewel veel sporters aandacht geven aan hun voeding, is vooral voldoende training belangrijk voor goede prestaties. Dat neemt niet weg dat een goede voeding een wezenlijke bijdrage levert aan de fitheid en prestaties van het lichaam.
De droom van elke jonge sporters is: net zo goed worden als je idool. Hier heb je alles voor over; hard je best doen tijdens de trainingen en in het weekend vroeg op voor de wedstrijden. Naast deze factoren is ook een goede voeding een belangrijke factor om het beste uit jezelf te halen.
Koolhydraten, vetten en eiwitten = ENERGIE
De energie (kilocalorieën) die het lichaam nodigt heeft, komt uit de voeding in de vorm van koolhydraten (4 Kcal/gram), vetten (9 kcal/gram) en eiwitten (4 kcal/gram). Wanneer jonge sporters meerdere keren per week een inspanning van een aanzienlijke duur en intensiteit leveren, kan niet meer worden volstaan met een gemiddelde voeding zoals leeftijdsgenoten gebruiken. Sporters hebben meer eiwit nodig voor opbouw van spierweefsel en voor herstel na een inspanning. Om inspanningen langer dan enkele minuten beter vol te kunnen houden, is een voorraad van energie in de vorm van glycogeen (een soort koolhydraat) nodig. Deze voorraad kan alleen maar optimaal zijn wanneer de sporter een koolhydraatrijke voeding gebruikt. Hierdoor zal het aandeel van vet in de voeding niet hoog kunnen zijn.
Koolhydraten zijn de belangrijkste brandstoffen voor het lichaam tijdens sport. Het levert snel en makkelijk energie aan de spieren. De voeding van een sporter moet daarom voldoende koolhydraten bevatten. Met de basisvoeding kom je hiermee al een heel eind, maar dit is nog net niet voldoende. Voor de extra energie die je gebruikt tijdens trainingen en wedstrijden heb je iets meer koolhydraten nodig. Dat betekent: elke dag een boterham meer en meer aardappelen, rijst of pasta. Vaak is dit al voldoende om voldoende koolhydraten te eten.
Voldoende koolhydraten haal je gemakkelijk uit gewone voedingsmiddelen, hier heb je geen sportdrankjes of energierepen voor nodig. Omdat de voeding van een sporter veel koolhydraten en voldoende eiwitten moet bevatten, is er niet heel veel ruimte voor vetten. Dat betekent: kiezen voor producten die niet te veelvet leveren. Vetten bevatten de in vet oplosbare vitamines zoals vitamine A, D en E. Daarom is het niet goed om een vetloze voeding te gebruiken. Besmeer je brood dus wel en gebruik bijvoorbeeld een vloeibaar bak- en braadproduct om de warme maaltijd in te bereiden (olie bevat geen vitamine A en D). De behoefte aan eiwit voor de sporter is verhoogd in verband met de opbouw en het onderhouden van de spiermassa en het bloedvolume. Met de basisvoeding heb je al een ruime hoeveelheid eiwitten binnen gekregen en met de extra koolhydraten neem je meestal ook wat extra eiwitten (denk maar aan het broodbeleg). Hierdoor is het niet nodig om nog meer eiwitten te gaan eten; bijvoorbeeld in de vorm van eiwitshakes of grote hoeveelheden melkproducten. De minimale behoefte wordt vaak ruimschoots behaald.
Basisvoeding.
Goede voeding voor een sporter begint met een goede basisvoeding. Pas daarna zou je eventueel sportdranken, energierepen of eiwitshakes kunnen gebruiken. Vaak zijn energierepen, eiwitshakes en supplementen helemaal niet nodig. Een goed begin in een juiste sportvoeding bestaat uit de basisvoeding voor kinderen en jongeren, opgesteld door het voedingscentrum (zie bijlage)
3.TEAM en SPELSPORT
Bij team- en spelsport kan de intensiteit in training en wedstrijd sterk wisselen. Het ene moment wordt een beroep gedaan op snelheid, het andere moment op sprongkracht. Net als duursporters moeten ook de team- en spelsporters zorgen voor voldoende koolhydraten in de voeding. Als gegeten wordt volgens de basis voeding (zie bijlage), krijgt het lichaam voldoende koolhydraten en andere voedingsstoffen binnen.
Meer nodig op sportdagen
Op trainingsdagen en wedstrijddagen is wat extra energie nodig. Een krentenbol en twee extra boterhammen met beleg als tussendoortje is al voldoende. Het eten voor het sporten mag echter geen klachten veroorzaken. Daarom moeten de eetmomenten afgestemd worden op de tijden van trainingen en wedstrijden. Het beste is om tussen het eten en de training of wedstrijd een pauze van minimaal 2 uur te nemen.
Verdeling van voeding over de dag
Vaak wordt het door trainingen en wedstrijden op vervelende tijden op de dag moeilijk gemaakt om de lunch en/of avondmaaltijd op ‘normale’ tijden te eten. Hierdoor wordt vaak voor een training niet gegeten of juist heel dicht op de training. Na de training is het vaak al later en wordt er vaak niet of weinig gegeten. Een juiste timing rondom het eten is vaak net zo belangrijk als wat je eet. Ongeveer 2 uur voor de wedstrijd of training is de beste tijd om je laatste maaltijd voor de inspanning te nemen. Het is belangrijk om dan voldoende koolhydraten te eten zodat je de energie direct kan gebruiken tijdens de training. Drinken kan tot kort voor de training of wedstrijd. Het beste is om gewoon water te drinken. Extra sportdranken voor de training of wedstrijd wordt vaak teveel.
Tijdens de training of wedstrijd is het belangrijk om voldoende te drinken. Door het sporten ga je zweten en verlies je vocht, dit moet met drinken weer aangevuld worden. Als het sporten langer duurt dan één à anderhalf uur, heeft het lichaam behoefte aan extra energie. Ook hierbij geldt dat water in principe voldoende is, echter ook sportdranken met energie zoals vruchtensap, chocolademelk, thee met suiker of yoghurtdrank zijn geschikt. Eventueel kan daarbij een cracker, biscuit, krentenbol, boterham of banaan gegeten worden.
Na de training en/of wedstrijd is de voorraad aan koolhydraten uit je voeding en uit de spieren op en moet weer aangevuld worden. Dit kan het beste door binnen 2 uur na de inspanning een maaltijd te eten met in ieder geval voldoende koolhydraten en ook een beetje eiwitten. Dit kan bijvoorbeeld door een warme maaltijd met voldoende aardappelen, rijst of pasta en een beetje vlees en groenten of door een broodmaaltijd met hartig beleg. Is het niet mogelijk om binnen 2 uur de eerste maaltijd te eten zorg dan voor alvast een kleine bodem voordat de volgende maaltijd begint, bijvoorbeeld door een melkproduct te nemen (koolhydraten en eiwitten) in de vorm van een Friesche Vlag Breaker, thee met suiker, vruchtensap, (chocolade)melk, yoghurt met fruit , muesli of iets dergelijks.
4. Spijsvertering
Voetballen met een volle maag is heel vervelend. Voor de sporter is het prettiger om ervoor te zorgen dat tijdens het sporten de gebruikte voedingsmiddelen de maag al voor een groot gedeelte hebben verlaten. Hoe lang het voedsel in de maag blijft, is afhankelijk van verschillende factoren zoals de samenstelling (vet of minder vet) de substantie (grote of kleine brokken, vloeibaar of vast) en de temperatuur van het voedsel.
Tips om de tijd dat het voedsel in de maag verblijft te beïnvloeden:
-
- Gebruik weinig vet
- Kauw het voedsel goed
- Neem niet te veel vast voedsel
- Vloeistoffen verlaten de maag sneller dan vast voedsel
- Koele (geen ijskoude) dranken gaan sneller door de maag dan warme
- Verdunde dranken passeren de maag sneller dan zeer geconcentreerde zoete of zoute dranken
- Een grote hoeveelheid vocht passeert de maag sneller dan een enkel slokje
Het is af te raden om korter dan twee à drie uur vóór een wedstrijd of training nog een uitgebreide vaste maaltijd te gebruiken. Ook regelmaat is van belang, ga daarom niet ineens anders eten. Neem ook geen koolzuurhoudende dranken en, als u daarvoor gevoelig bent, geen uien, bonen, koolsoorten, rauwe paprika, radijs want oprispingen en boeren tijdens het sporten zijn hinderlijk.
Darmklachten
Veel duursporters, vooral langeafstandslopers, hebben last van hun darmen tijdens het sportevenement. Klachten kunnen zijn aandrang tot ontlasting, bloedige diarree, opgeblazen gevoel, maag- en darmkrampen, misselijkheid, boeren en overgeven. Waar deze klachten vandaan komen, is niet precies bekend. Omdat hardlopers meer last hebben dan fietsers kan de schokkende beweging van de maag de klachten veroorzaken. Aangenomen wordt dat voldoende drinken veel problemen tijdens het sporten kan voorkomen.
5. VITAMINES
De gemiddelde sporter die zich houdt aan de regels voor gezonde voeding, krijgt meer dan genoeg vitamines en mineralen binnen. De extra energie die bij het sporten wordt verbruikt, kan het beste uit gewone voedingsmiddelen worden gehaald omdat deze ook de nodige vitamines en mineralen leveren. Wie toch extra vitaminepillen wil slikken, doet er verstandig aan om niet meer dan éénmaal de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid te gebruiken.
Vitamine B1
Eén van de vitamines waarvan de behoefte verhoogd kan zijn bij intensieve sportbeoefening is vitamine B1 (thiamine). Deze vitamine helpt bij de koolhydraatstofwisseling. Door als koolhydraatbron vooral de ongeraffineerde zetmeelrijke producten zoals zilvervliesrijst, bruine broodsoorten, volkoren macaroni, aardappelen en peulvruchten te kiezen, krijgt het lichaam voldoende vitamine B1 binnen.
6. CONCLUSIE
Om een lang verhaal kort te maken; een kleine samenvatting;
-
- Een goed begin is de basisvoeding van het voedingscentrum,
- Drink vooral op tijd (water of isotone drankjes) en vooral voor de inspanning,
- Eet met aandacht voor; neem royaal koolhydraten, voldoende eiwitten en matig met vet,
- Speciale sportproducten zijn vaak niet nodig, een goede basisvoeding is veel belangrijker. Dus liever geen: eiwitshakes, supplementen of sportrepen,
- Timing is belangrijk1. Maximaal 2 uur voor de inspanning de laatste maaltijd, voor tijdens en na de inspanning voldoende drinken bij voorkeur water en binnen 2 uur na de training hypertone drankjes of een maaltijd met veel koolhydraten en een beetje eiwit,
- Timing is belangrijk2. Op sportdagen is er meer energie (eten en drinken) nodig om tot een goede prestatie te komen
BIJLAGE ;
Basisvoeding voor kinderen en jongeren |
|||||
|
4-8 jaar |
|
9-13 jaar |
|
14-18 jaar |
Aardappelen, rijst, |
100-150 g |
|
150-200 g |
|
200-250 g |
pasta, peulvruchten |
1-2 aardappelen/ |
|
3-4 aardappelen/ |
|
4-5 aardappelen/ |
|
opscheplepels |
|
opscheplepels |
|
opscheplepels |
|
|
|
|
|
|
Groente |
100-150 g |
|
150-200 g |
|
200 g |
|
2-3 |
|
3-4 |
|
4 |
|
opscheplepels |
|
opscheplepels |
|
opscheplepels |
|
|
|
|
|
|
Fruit |
150 g |
|
200 g |
|
200 g |
|
1 ½ stuks |
|
2 stuks |
|
2 stuks |
|
|
|
|
|
|
Brood |
105-140 g |
|
140-175 g |
|
210-245 g |
|
3-4 sneetjes |
|
4-5 sneetjes |
|
6-7 sneetjes |
|
|
|
|
|
|
Halvarine |
15-20 g |
|
20-25 g |
|
30-35 g |
|
5 g/sneetje |
|
5 g/sneetje |
|
5 g/sneetje |
|
|
|
|
|
|
Melk(producten) |
400 ml |
|
600 ml |
|
600 ml |
|
|
|
|
|
|
Kaas |
½ plak |
|
1 plak |
|
1 plak |
|
(10 g) |
|
(20 g) |
|
(20 g) |
|
|
|
|
|
|
Vlees(waren), vis, |
60-80 g |
|
80 – 100 g |
|
80 – 100 g |
kip, eieren, vlees- |
|
|
|
|
|
vervangers |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Bak-, braad- |
15 g |
|
15 g |
|
15 g |
en frituurproducten, |
1 eetlepel |
|
1 eetlepel |
|
1 eetlepel |
olie |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Dranken (inclusief melk) |
1 liter |
|
1-1 ½ liter |
|
1-1 ½ liter |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
© Voedingscentrum – eerlijk over eten |